Aanpassing begeleidingsnorm op kinderdagcentra heeft grote gevolgen voor PGB

In de loop van 2018 heeft het ministerie van VWS besloten dat voor ernstig meervoudig beperkte (emb) kinderen de tot dan toe gebruikelijke 1 op 5 begeleiding (tijdens de dagopvang) niet toereikend was om passende zorg aan deze groep kinderen te bieden en de tarieven per 1 januari 2019 aan te passen. De begeleidingsnorm is nu vastgesteld op 1 begeleider per 3 kinderen. Voor deze groep complex gehandicapte kinderen is dat natuurlijk geweldig fijn. Het verlicht tevens de werkdruk bij de begeleiders dus ook voor de werkgevers, de zorgaanbieders, was dit welkome regelgeving. Uiteraard zijn de kosten voor de begeleiding 1 begeleider op 3 cliënten duurder dan de begeleiding 1 op 5 cliënten.

Tarieven behandeling groep (kinderdagcentrum) verhoogd
Tot 1 januari vielen de kosten van de functie begeleiding groep aan emb kinderen in de categorie “midden”. Nu de ondersteuningsnorm opgeschaald is, worden de emb kinderen in de categorie “zwaar” geplaatst. Dat heeft te maken met de intensiteit van de begeleiding/ behandeling.

 

Gevolgen voor PGB?
Sinds april 2018 wordt er overal gewerkt met een zgn. rekenmodule. Dat betekent dat er bekend is hoeveel geld er beschikbaar is op basis van de afgegeven indicatie, het zorgprofiel, veelal eenVG05 of VG08. Voor alle thuiswonenden kinderen/mensen met beperkingen en een Wlz indicatie  is het mogelijk om gebruik te maken van Extra Kosten Thuis. Normaal is dat 25 % bovenop het bestaande bedrag, maar als er behandeling wordt gegeven (en een orthopedagogische kinderdagcentra valt onder ‘behandeling groep’ oude AWBZ term, kan het beschikbare bedrag/ beschikbare zorg worden verhoogd tot 161 %, dus 61 % extra. Daartoe wordt gebruik gemaakt van de rekenmodule.

Wat is de rekenmodule?
De rekenmodule laat zien in hoeverre er ruimte is om extra zorg/PGB in te zetten. De tarieven die worden gebruikt in de rekenmodule zijn gebaseerd op 97 % van de Nza tarieven omdat zorgaanbieders zelf inkoopprijzen afspreken met het zorgkantoor en daar enig verschil in kan zitten. Gemiddeld komen de tarieven uit op 97 % van de Nza tarieven. Het deel dat wordt ingezet voor ZIN zorg, is het deel dat wordt ‘gereserveerd’ door de zorgaanbieder voor ZIN zorg. Dat betekent dus niet dat alle zorg gegeven wordt. Als iemand 8 dagdelen naar dagbesteding gaat volgens de aanbieder, maar hij maakt maar 4 dagdelen per week gebruik van dagbesteding, dan blijft er dus geld ‘op de plank van het zorgkantoor liggen”. Er wordt door de zorgaanbieder gedeclareerd op basis van geleverde zorg. Dus als iemand niet naar dagbesteding gaat vanwege bv. ziekte, wordt er ook geen zorg gedeclareerd bij het zorgkantoor. U kunt ook aangeven dat u wil dat de rekenmodule wordt aangepast naar beneden bv. naar 6 dagdelen ( in plaats van 9 of 10 dagdelen). U krijgt dan een nieuwe rekenmodule die u moet ondertekenen als wettelijk vertegenwoordiger. U vindt een voorbeeld van de rekenmodule via deze link. Officieel dienen de zorgaanbieders overigens de rekenmodule te laten tekenen door ouders als er ook een PGB wordt ingezet.

Wat kunnen ouders doen?
Ouders kunnen bij de zorgaanbieder die de natura zorg biedt, de rekenmodule opvragen. Neem daarvoor contact op met de klantenadministratie van de aanbieder en vraag om de rekenmodule. Vermeld hierbij dat u ook een PGB heeft en vragen hebt over de inzet van het PGB t.o.v. de ZIN.

Ondersteuning nodig?
Heeft u vragen hoe een en ander in uw situatie uitpakt, of wil u samen met ons kijken naar de rekenmodule? Klopt dit alles en wat is er mogelijk aan extra budget? Neem dan gerust contact op. Wij helpen u graag om ervoor te zorgen dat iedereen de zorg en ondersteuning krijgt, die nodig is, in natura of in PGB. Neem contact op met; d.kloosterman@live.nl of telefonisch (0481) 374589